إعدادات العرض
Ons werd afgeraden de begrafenisstoet te volgen, doch dit verbod werd niet met klem aan ons opgelegd
Ons werd afgeraden de begrafenisstoet te volgen, doch dit verbod werd niet met klem aan ons opgelegd
Overgeleverd door Oem 'Aṭiyya (moge Allah tevreden met haar zijn), die zei: "Ons werd afgeraden de begrafenisstoet te volgen, doch dit verbod werd niet met klem aan ons opgelegd."
الترجمة
العربية বাংলা Bosanski English Español فارسی Français Bahasa Indonesia Русский Tagalog Türkçe اردو 中文 हिन्दी ئۇيغۇرچە Hausa Português Kurdî Tiếng Việt Magyar ქართული Kiswahili සිංහල Română অসমীয়া ไทย मराठी ភាសាខ្មែរ دری አማርኛ ગુજરાતી Македонскиالشرح
Oem 'Aṭiyya al-Ansariyya (moge Allah tevreden met haar zijn) bericht dat de Profeet Mohammed (vrede zij met hem) de vrouwen heeft afgeraden om mee te lopen met begrafenisstoeten, uit vrees voor de beproevingen die zij daarbij kunnen ondervinden of veroorzaken, en wegens hun geringe vermogen tot standvastigheid bij zulke plechtigheden. Vervolgens vermeldde zij (moge Allah tevreden met haar zijn) dat de Profeet (vrede zij met hem) dit verbod niet met dezelfde nadrukkelijkheid oplegde als hij gewoon was te doen bij andere verboden zaken.فوائد الحديث
Het verbod voor vrouwen om begrafenisstoeten te volgen, betreft in algemene zin zowel het begeleiden van de overledene naar de plaats waar het lichaam wordt voorbereid en het dodengebed wordt verricht, als het volgen naar de begraafplaats waar de overledene ter aarde wordt besteld.
De reden voor dit verbod is dat vrouwen doorgaans niet in staat zijn dergelijke verdrietige taferelen en aangrijpende momenten te doorstaan, waardoor het kan gebeuren dat zij ontevredenheid of buitensporige wanhoop tonen en gedragingen die in strijd zijn met het vereiste geduld en de voorgeschreven berusting.
De algemene regel omtrent een verbod is dat het duidt op een verbod in de strikte zin, doch Oem 'Atiyya (moge Allah tevreden met haar zijn) begreep uit de context en omstandigheden dat het verbod voor vrouwen om begrafenissen te volgen niet absoluut en uitdrukkelijk bindend was. Toch zijn er overleveringen overgeleverd die sterker wijzen op de nadrukkelijkheid van het verbod op het volgen van begrafenissen dan deze specifieke overlevering doet vermoeden.